Sociale ondersteuning
Inleiding
De transformatie sociaal domein, bekend onder de naam WIJeindhoven bestaat uit de sociale basis (nulde lijn), de generalistenteams (eerste lijn) en de specialistische zorg (tweede lijn). Het programma Sociale Ondersteuning betreft alle voorzieningen in de eerste en tweede lijn. Dus enerzijds de wijkteams en anderzijds voorzieningen als specialistische begeleiding, langdurige intensieve begeleiding en taken in de specialistische front-office. Het gaat hierbij over de nieuwe verantwoordelijkheden (Jeugdzorg, AWBZ/Wmo, Participatiewet) en een deel van de bestaande tweedelijns voorzieningen. We streven ernaar in de toekomst de tweede lijn korter, doelgerichter, minder versnipperd en meer vraaggestuurd in te richten. Het doel van dit programma is het leveren van zorg en ondersteuning aan inwoners die dit nodig hebben, we hebben daarmee voldaan aan de wettelijke zorgplicht.
In het voorjaar van 2017 hebben we op basis van de realisatie 2016 moeten constateren dat de vastgestelde begroting 2017 voor dit programma zeer fors overschreden zou worden. In de commissie-notitie bouwstenen begroting is aangegeven dat werd afgekoerst op een tekort van € 40,5 miljoen met een structureel karakter.
Om dit perspectief deels te keren is toen een stevig maatregelenpakket aangekondigd, met een beoogde opbrengst van € 11 miljoen in 2017 (oplopend tot € 30 miljoen vanaf 2020). Via de Tussenstand bij de begroting en de tweede Turap is de raad op de hoogte gehouden van de financiële voortgang.
Cie-notitie bouwstenen | Tussenstand begroting | Turap 2 | |
---|---|---|---|
Bruto-tekort | 40,5 | 42,5 | 44,5 |
Opbrengst maatregelen | 11,0 | 6,9 | 8,1 |
Netto tekort | 29,5 | 35,6 | 36,4 |
Wat hebben we bereikt?
Uiteindelijk sluiten we het jaar af met een tekort op de programmakosten van € 38,4 miljoen. Dit resultaat is inclusief de opbrengst van het Maatregelenpakket (MRP) ad € 9,5 miljoen dit resultaat is als volgt opgebouwd:
Collegeproduct | afwijking voor MRP | opbrengst MRP | Afwijking |
(x 1 miljoen) | (x 1 miljoen) | (x 1 miljoen) | |
1.1 samenkracht | 1,0 | 0 | 1,00 |
1.2 sociale basisvoorzieningen | 1,5 | 0 | 1,49 |
1.2 Begeleiding Loonkostensubsidie | -0,4 | 0 | -0,41 |
1.3 onderwijs (excl onderwijshuisvesting, RD) | 1,5 | 0 | 1,47 |
1.4 Gezondheid | 0,5 | 0 | 0,45 |
2.1 Wijkteams | 0,5 | 0 | 0,48 |
2.2 Voorzieningen | -4,6 | 2,1 | -2,51 |
2.4 Participatie | 1,5 | 0,0 | 1,49 |
2.5 Inkomen | -12,0 | 4,1 | -7,92 |
2.6/2.7 Jeugd totaal | -17,1 | 1,9 | -15,24 |
2.6/2.7 WMO totaal | -25,8 | 1,5 | -24,29 |
2.6/2.7 Subsidies | 0,4 | 0,36 | |
2.6/2.7 Stelpost Onvoorzien | 5,0 | 4,97 | |
2.6/2.7 Overige posten 2.6/2.7 | 0,3 | 0,31 | |
Totaal | -47,9 | 9,5 | -38,4 |
Nagekomen extra BBB-middelen | 1,1 | 1,13 | |
Totale afwijking | -46,7 | 9,5 | -37,2 |
Nadere duiding van de cijfers
Het grote tekort in het sociaal domein is aanleiding tot grote zorg en continue aandacht. Daarbij laten bovenstaande cijfers zien dat de prognose van het tekort in de loop van het jaar verslechtert. Om de juiste conclusies te trekken is echter nadere duiding nodig.
Programmalasten liggen hoger dan in 2016, maar geen € 40 miljoen hoger
In bovenstaande staat wordt de realisatie (uiteraard) afgezet tegen de begroting. Deze begroting is echter halverwege 2016 opgesteld op basis van de realisatie 2015. De ontwikkelingen in 2016 zijn hier dus niet zichtbaar. Als we de realisatie 2017 vergelijken met de realisatie 2016, zien we een stijging van ongeveer € 20 miljoen.
kostenontwikkeling 16-17 | |
Wijkteams | 2,0 |
BUIG | 4,9 |
Wmo 2007 | 1,9 |
Jeugd | 5,3 |
Wmo 2015 | 6,1 |
Totaal | 20,2 |
Maandlasten stabiel of dalen
Dat het tekort sociaal domein van prognose tot prognose toeneemt, heeft niet zozeer te maken met een groei van de kosten gedurende het jaar, maar met toenemend inzicht in de kosten over het hele jaar. In onderstaand overzicht wordt de ontwikkeling van de maandlasten voor BUIG, Jeugdwet en Wmo 2015 gepresenteerd. De conclusie moet zijn dat de kosten gedurende 2017 niet/beperkt stijgen en op onderdelen zelfs dalen. De stijging van de lasten 2017 ten opzichte van 2016 is dan ook volledig toe te schrijven aan het na-ijleffect van de kostengroei in 2016.
Kosteneffectiviteit jeugdwet en Wmo2015 neemt toe, maar aantal gebruikers ook
Dat de kosten jeugdwet en Wmo2015 gedurende 2017 stabiel blijven, onttrekt aan het zicht dat zich twee tegengestelde ontwikkelingen voltrekken: waar het aantal gebruikers stijgt, neemt de kosteneffectiviteit per gebruiker toe.In de nieuwe Wmo-taken zien we een groei van het aantal gebruikers met een kleine 10%, terwijl de kosten per gebruiker juist dalen met bijna 7%. Per saldo stijgen de totale kosten met een procent of 2.
Bij Jeugd is het aantal gebruikers gedurende gestegen met ruim 12%. De kosten per gebruiker zijn met een zelfde percentage gedaald, waardoor de kosten per maand in 2017 stabiel zijn gebleven.
Groei gebruikers doet opbrengsten maatregelen teniet
Bovenstaand maakt ook duidelijk dat een hoge prijs wordt betaald voor de doorgaande groei van het aantal gebruikers. Was het aantal gebruikers WMO en jeugdwet vanaf 1/1/17 stabiel gebleven, dan zouden de kosten voor de jeugdwet en de Wmo2015 € 6 miljoen lager hebben gelegen. We zien dus dat de doorgaande groei van het aantal gebruikers niet alleen de opbrengsten van het maatregelenpakket op het terrein van jeudgwet en Wmo2015 (ruim € 3 miljoen) teniet doet, maar ook een flink deel van de overige opbrengsten van de maatregelen.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
De primaire prestatie die is geleverd is dat ruim 27.000 huishoudens zijn ondersteund door stichting WIJeindhoven. Van hen zijn 5,5 duizend jeugdigen ondersteund met jeugdhulp, en een bijna even groot aantal volwassen met begeleiding, dagbesteding of beschermd wonen. Daarnaast hebben bijna 5000 huishoudens hulp bij het huishouden ontvangen, hebben meer dan 8000 huishoudens een uitkering op grond van de participatiewet ontvangen, bijna 3000 huishoudens beschermingsbewind en ruim 1500 huishoudens een woon- of vervoersvoorziening.
In 2017 zijn daarbij verdere inhoudelijke stappen gezet rond onder andere scholing en werkwijze van generalisten en ontwikkeling van collectief welzijn bij stichting WIjeindhoven, is een aanvang gemaakt met stevige preventie-aanpak rond schulden, is de aanpak rond de hulp bij het huishouden-toelage herijkt, is de keten rond participatie en inkomen succesvol verder versterkt met een positieve bestandsontwikkeling als gevolg en zijn inhoudelijke stappen gezet rond het zorglandschap jeugd en Wmo.
Om de kosten van al deze ondersteuning beter te beheersen, hebben we in de loop van de jaar een groot aantal maatregelen ingezet, die gericht zijn op
- meer grip op BUIG
- versterken van de sociale basis
- minder (dure) doorverwijzingen door de eerste lijn
- Regie op kosten 2e lijn
- Versterken beheersketen
De maatregelen hebben zijn effect gehad, maar we moeten ook constateren dat het nog niet voldoende is. We hebben ons daarom in 2017 ook beraad op verbeteringen die we in 2018 kunnen doorvoeren, enkele voorbeelden zijn een betere sturing op de klantstroom, een verbetering van het bestelproces en een aanscherping van de inkoopstrategie.
Wij hebben uw raad toegezegd in de Jaarrekening expliciet (en extracomptabel) de aanpak, resultaten en opbrengsten van het maatregelenpakket te verantwoorden. Daarvoor verwijzen we naar bijlage 14.
Effectindicatoren
Effectindicatoren | Realisatie | Begroting | Realisatie | |
---|---|---|---|---|
2016 | 2017 | 2017 | ||
% inwoners met beperkte eigen kracht | 7% | ≤ 7% | 8% | |
Deze score maakt nog niet lang deel uit van de inwoner enquête. Het is daarom moeilijk af te zetten tegen voorgaande jaren. Vanzelfsprekend proberen we dit cijfer zo laag mogelijk te houden. Via subsidiemogelijkheden, een aantrekkelijk ondernemersklimaat en ondersteuning van vrijwilligersorganisaties proberen we de stad te faciliteren om inwoners zo goed mogelijk mee te laten doen. | ||||
% inwoners dat behoort tot de categorie meest geïsoleerd | 5% | ≤ 5% | 6% | |
De indicator laat zien welk deel van de inwoners niet beschikt over een sociaal netwerk om op terug te vallen van voldoende omvang of gehalte. De indicator is een samentrekking van een aantal stellingen uit de inwoners-enquête. Het subsidiebeleid richt zich erop mensen zich onderdeel te laten voelen van de samenleving en zet in op het bouwen van netwerken. | ||||
Netto participatiegraad (% mensen tussen 15 en 67 jaar dat een baan heeft) | 65,6 | 65,5 | 67,1 | |
Realisatie 2016 netto EINDHOVEN specifiek: 65,6% CBS Statline | ||||
Percentage inwoners dat niet mee doet | 5% | ≤4% | 5% | |
Gedurende jaren is deze indicator constant. Daaruit blijkt dat dit cijfer moeilijk te beïnvloeden is. Toch hebben we ervoor gekozen om in de begroting een cijfer neer te zetten dat meer ambitie uitstraalt dan bestendiging van dit cijfer. Dit vanuit het streven naar een stad waarin alle inwoners mee (kunnen) doen. |
BBV-indicatoren
BBV-indicatoren | peiljaar | NL | 100.000- | Eindhoven |
---|---|---|---|---|
Banen (aantal per 1.000 inwoners in de leeftijd 15 – 64 jaar) | 2017 | 758,2 | 839 | 1036,9 |
Eindhoven heeft een relatief sterke economische groei ten opzichte van de rest van Nederland. | ||||
Cliënten met een maatwerkarrangement WMO (aantal per 1.000 inwoners) | 2017 | 57 | 61 | 56 |
Cijfers 2e helft 2017.Over 2017 scoren we hier 56. Zie ook collegeproduct 2.6. | ||||
Jongeren met een delict voor de rechter (% 12 t/m 21 jarigen) | 2015 | 1,45 | 1,56 | 1,70 |
De indicator is niet actueel. | ||||
Jongeren met jeugdbescherming (% van alle jongeren tot 18 jaar) | 2016 | 1,0 | 1,1 | 0,9 |
Cijfers 2e halfjaar 2016.Gemiddelde score. | ||||
Jongeren met jeugdhulp (% van alle jongeren tot 18 jaar) | 2017 | 8,8 | 8,9 | 8,5 |
Cijfers 1e halfjaar 2017.Dit percentage wordt niet herkend. Uit onze gegevens blijkt een stijging van het aantal jeugdigen met jeugdhulp in 2017. Mogelijk heeft dit ermee te maken, dat deze indicator afkomstig is van CBS gegevens, aangeleverd door aanbieders. CBS geeft aan dat vooral grote aanbieders gegevens hebben geleverd en kleinere aanbieders minder. Wij hebben veel kleine aanbieders ook gecontracteerd. Hier doen we verder onderzoek naar. | ||||
Jongeren met jeugdreclassering (% van alle jongeren van 12 tot 23 jaar) | 2017 | 0,4 | 0,4 | 0,4 |
Cijfers 1e halfjaar 2017.Gemiddelde score. | ||||
Kinderen in uitkeringsgezinnen (% kinderen tot 18 jaar) | 2015 | 6,58 | 7,86 | 8,62 |
Lopende re-integratievoorzieningen (aantal per 1.000 inwoners van 15 – 64 jaar) | 2017 | 27,1 | ? | 8,5 |
Cijfers 1e halfjaar 2017. Het betreft voorlopige cijfers. De verschillen tussen gemeenten zijn groot. | ||||
Netto arbeidsparticipatie (% van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking) | 2016 | 65,8 | 65,8 | 65,6 |
Gemiddelde score. | ||||
Personen met een bijstandsuitkering (aantal per 1.000 inwoners) | 2017 | 41,9 | 50,0 | 50,5 |
Cijfers 1e halfjaar 2017.Gemiddelde score ten opzichte van andere grote steden. | ||||
Werkloze jongeren (% 16 t/m 22 jarigen) | 2015 | 1,52 | 1,73 | 2,15 |
Dit cijfer is niet actueel, het percentage werkloze jongeren is de afgelopen periode (tweede helft 2017) gedaald. |
Verbonden partijen
GR Werkvoorziening Eindhoven (Ergon) | |
Doel en bijdrage | Het Werkvoorzieningsschap regio Eindhoven (GRWRE) behartigt de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en gezamenlijk afgesproken reintegratietaken voor andere gemeentelijke doelgroepen Participatiewet. |
Prestaties | Levering prestaties: de belangrijkste taakstellingen zijn:
Realisatie doelstellingen: |
Wat heeft het gekost?
Investeringen | Begroting | Realisatie | Afwijking |
---|---|---|---|
(Bedragen x € 1.000) | 2017 | 2017 | 2017 |
Investeringsopgave | 0 | -6 | 6 |
Toelichting afwijking investeringen | Resultaat |
---|---|
(Afwijking in € 1.000, - = Nadeel) | |
Overig | 6 |
Totaal | 6 |
Exploitatie | Begr.prim. | Begroting | Realisatie | Afwijking |
---|---|---|---|---|
(Bedragen x € 1.000) | 2017 | 2017 | 2017 | 2017 |
Lasten | -330.938 | -342.172 | -392.101 | -49.929 |
Baten | 116.640 | 119.069 | 122.613 | 3.544 |
Mutaties reserves (- = toevoeging, + = onttrekking) | 0 | -1.455 | -1.294 | 161 |
Resultaat | -214.298 | -224.558 | -270.782 | -46.224 |