Ga naar de inhoud van deze pagina.
Logo van Eindhoven
Jaarstukken 2017
    • Bestuurlijke hoofdlijn
    • Financiële hoofdlijn
    • Samenstelling van bestuur
    • Overzicht
    • Leeswijzer Raadprogramma's en Collegeproducten
    • Sociale basis
    • Sociale ondersteuning
    • Economie, cultuur en sport
    • Openbare ruimte
    • Ruimtelijke inrichting
    • Bestuur, dienstverlening en veiligheid
    • Overhead
    • Lokale heffingen
    • Weerstandsvermogen en risicobeheersing
    • Onderhoud kapitaalgoederen
    • Financiering
    • Bedrijfsvoering
    • Verbonden partijen
    • Grondbeleid
    • Investeringen
    • Het overzicht van baten en lasten en de toelichting
    • Balans en toelichting
    • WNT
    • Kerngegevens
    • Financieel overzicht
    • Incidentele lasten en baten
    • Structurele mutaties reserves
    • Geldleningen en borgstellingen
    • Verantwoording specifieke uitkeringen (SISA)
    • Risico's
    • Reserves en voorzieningen
    • Incidentele mutaties saldireserve specifiek
    • Vaste activa
    • Subsidies
    • Berekening EMU saldo
    • Staat van borg- en garantstellingen
    • Verantwoording Maatregelenpakket Sociaal Domein 2017
    • Controleverklaring van de onafhankelijk accountant
  • Boekwerk
  • Home
  • Jaarrekening
  • Balans en toelichting

Balans en toelichting

Balans en toelichting

Balans en toelichting

Activa

(bedragen x € 1.000)

(voor bestemming van het gerealiseerde resultaat)

31-12-16

31-12-17

Vaste activa

687.064

694.773

B01

Immateriële vaste activa

113.802

119.556

Kosten van onderzoek en ontwikkeling  voor een bepaald actief

306

874

Bijdragen aan activa in eigendom van derden

113.496

118.682

B02

Materiële vaste activa

525.571

529.354

Investeringen met een economisch nut

451.100

445.889

Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven

          73.897

72.636

Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut

574

10.829

B03

Financiële vaste activa

47.691

45.863

Kapitaalverstrekking aan deelnemingen

7.909

8.119

Leningen aan woningbouw corporaties

23.282

20.464

Overige langlopende leningen

16.459

17.255

Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer

16

-

Overige financiële vaste activa

25

25

Bijdragen aan activa in eigendom van derden

-

-

Vlottende activa

200.208

200.345

B31

Voorraden

110.633

99.444

Grond- en hulpstoffen   

46

42

Onderhanden werk

104.051

92.615

Gereed product en handelsgoederen

6.536

6.787

B11

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

69.901

73.868

Vorderingen op openbare lichamen

40.888

40.686

Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen

1.167

1.321

Overige vorderingen

27.841

31.858

Overige uitzettingen

5

3

B12

Liquide middelen

109

4.450

Kassaldi

89

65

Banksaldi

-

4.361

Overige liquide middelen

20

24

B21

Overlopende activa

19.565

22.583

De voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel,  nog te ontvangen van:

  • Europese overheidslichamen

-

512

  • het Rijk

2.469

428

  • overige Nederlandse overheidslichamen

4.162

3.695

Overige nog te ontvangen bedragen en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen

12.934

17.948

ACTIVA

887.272

895.118

Recht op verliescompensatie krachtens de wet Vpb 1969

nihil.

Balans en toelichting

Passiva

         (bedragen x € 1.000)

31-12-16

31-12-17

Vaste passiva

 676.415[1]

673.231

B04

Eigen vermogen

184.781

178.462

Algemene reserve

97.233

71.213

Bestemmingsreserves

107.189

110.002

Het gerealiseerd resultaat volgend uit het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening

-19.641

-2.753

B05

Voorzieningen

56.445

58.766

B06

Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer

435.189

436.003

Onderhandse leningen  van:

- binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen

1.105

755

- binnenlandse banken en overige financiële instellingen

353.378

366.025

- openbare lichamen

31.460

20.000

- buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en
  overige sectoren

48.600

48.600

Door derden belegde gelden

-

-

Waarborgsommen

630

623

Overige vaste schulden

16

-

Vlottende passiva

210.857

221.887

B13

Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

119.066

126.713

Kasgeldleningen aangegaan bij openbare lichamen

12.000

26.000

Overige kasgeldleningen

50.000

44.000

Banksaldi

3.350

-

Overige schulden

53.716

56.713

B22

Overlopende passiva

91.791

95.174

Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen

49.659

52.554

De voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren ontvangen van :

  • Europese overheidslichamen

40

591

  • het Rijk

35.892

23.370

  • overige Nederlandse overheidslichamen

2.134

16.797

Overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen

4.066

1.862

TOTAAL PASSIVA

887.272

895.118

Totaalbedrag waartoe aan natuurlijke en rechtspersonen borgstellingen of garantstellingen zijn verstrekt.

17.851

16.562

1 In boekwerk 2016 foutieve telling. In openingsbalans 2017 telling gecorrigeerd.

[1]  In boekwerk 2016 foutieve telling. In openingsbalans 2017 telling gecorrigeerd.

Balans en toelichting

Toelichting balans

Grondslagen voor resultaatbepaling en waardering

Inleiding

De jaarrekening bestaat uit het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening met toelichting en de balans met toelichting.  De jaarrekening is opgesteld conform de op 1 januari 2004 in werking getreden wettelijke voorschriften en alle wijzigingen daarin tot en met 31 december 2017 zoals vastgelegd in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, alsmede de verordening ex artikel 212 Gemeentewet, waarin door de gemeenteraad de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld.
De financiële verordening 2017 is vastgesteld in de raadsvergadering van 11 april 2017 en de actualisatie "Bijlage afschrijvingstermijnen per activasoort" bij financiële verordening gemeente Eindhoven is vastgesteld in de raadsvergadering van 19 december 2017.

Grondslagen voor resultaatbepaling

Voor de resultaatbepaling is conform het Besluit Begroting en Verantwoording het gemodificeerde stelsel van baten en lasten gehanteerd. Dat wil zeggen dat de baten en lasten  zijn toegerekend naar het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Verplichtingen c.q. risico’s zoals bijvoorbeeld IKB en pensioen-wachtgeldverplichtingen en dergelijke welke een jaarlijks gelijkblijvend volume kennen en in de (meerjaren)begroting worden afgedekt zijn hier een uitzondering op. Deze posten worden toegerekend aan het jaar waarin ze zijn uitbetaald.
Afschrijving heeft plaatsgevonden op basis van de lineaire methode. Voor de investeringen ten behoeve van de afvalinzameling, parkeergarage KBC, biomassacentrales, krachtsportcentrum Tongelreep  alsmede de nieuwbouw van de Effenaar, Parktheater en Dynamo is de annuïtaire methode gehanteerd.
De afschrijvingspercentages zijn gebaseerd op de verwachte levensduur. Voor de diverse soorten van activa zijn per soort afschrijvingspercentages vastgesteld. Afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. Op grond is niet afgeschreven. Indien de waarde van een actief duurzaam vermindert in enig jaar, is deze waardevermindering onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.

Grondslagen van waardering

Waardering, zoals binnen de gemeente Eindhoven gehanteerd, voldoen aan dit besluit inclusief alle daarin aangebrachte wijzigingen tot en met december 2017. Waardeverminderingen worden op het actief zelf in mindering gebracht.
Indien een actief buiten gebruik is gesteld, is deze afgewaardeerd indien de restwaarde lager is dan de boekwaarde. De opbrengstwaarde van een actief dat buiten gebruik is gesteld is niet in mindering gebracht op een nieuw aan te schaffen actief, maar is als incidentele bate verantwoord. Er is niet langer afgeschreven dan de vooraf vastgestelde termijn en niet verder dan dat de boekwaarde nihil is.

De grondslagen per balanspost worden aldaar toegelicht.

De immateriële activa bestaan uit bijdragen aan activa in eigendom van derden en kosten van onderzoek en ontwikkeling die beiden geactiveerd worden.
Bij de materiële vaste activa  wordt een onderscheid gemaakt in investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut, investeringen met een economisch nut en materiële vaste activa economisch nut waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven.

  • Investeringen in openbare ruimte met een maatschappelijk nut (bijvoorbeeld wegen). Volgens de nieuwe BBV-regelgeving moeten deze investeringen met ingang van 2017 worden geactiveerd, echter gemeente Eindhoven heeft er voor gekozen om deze met ingang van 2016 te activeren.
  • Investeringen met een economisch nut (bijvoorbeeld gronden, gebouwen en vervoermiddelen):

Deze activa zijn verhandelbaar en/of kunnen bijdragen tot het genereren van middelen. Ze worden geactiveerd voor het bedrag van de investering, het zogenaamde bruto-activeren. Aftrek van eigen middelen (reserves) is niet toegestaan. Bijdragen van derden welke in directe relatie staan met het activum worden wel in mindering gebracht (netto-variant).  

  • Investeringen in materiële vaste activa waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven. Dit zijn bijvoorbeeld investeringen in rioleringen, begraafplaatsen en afval.

Niet geactiveerd worden:

  • BTW op activa indien deze compensabel is volgens de Wet op het BTW-compensatiefonds;
  • Kunstvoorwerpen met een cultuurhistorische waarde;
  • Tekorten;
  • Activa met een verkrijgingsprijs minder dan € 10.000,- (met uitzondering van gronden en terreinen, deze worden altijd geactiveerd);
  • Activa met een levensduur van maximaal twee jaar.

Waardering van de geactiveerde materiële vaste activa geschiedt op basis van de verkrijgingsprijs (inkoopprijs plus de bijkomende kosten) of tegen vervaardigingsprijs (de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend.  
Voorts kan worden opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het activum kan worden toegerekend).
Voor in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van eerste uitgifte als verkrijgingsprijs.
Gronden waarvan de erfpacht eeuwigdurend is afgekocht, worden gewaardeerd tegen zogenaamde registratiewaarde.

Financiële vaste activa staan tegen de verkrijgingsprijs gewaardeerd verminderd met de jaarlijkse aflossingen en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Deelnemingen worden wel tegen de marktwaarde gewaardeerd indien de marktwaarde lager is dan de verkrijgingsprijs.

Specificatie per balansrekening

Vaste activa

Specificatie per balansrekening – Vaste activa

Omschrijving

Boekwaarde  31-12-2016

Herrubricering

Boekwaarde      01-01-2017

Investeringen    

Desinves-teringen

Afschr. /aflossing

Afwaar-dering wegens duurzame waardevermindering

Bijdragen van derden

Mutatie in voor-ziening MVA

Boekwaarde       31-12-2017

VASTE ACTIVA

687.064.211

-102.785

686.961.426

68.270.354

10.184.154

24.511.541

1.244.010

24.819.387

-300.381

694.773.069

Immateriële vaste act  

113.802.066

-102.785

113.699.281

9.441.996

-

2.844.004

734.674

6.556

-

119.556.043

Gronden en terreinen

5.605.218

-

5.605.218

-

-

-

-

-

5.605.218

Bedrijfsgebouwen

107.890.636

-

107.890.636

8.765.061

-

2.844.004

734.674

-

-

113.077.019

Overig

306.212

-102.785

203.427

676.935

-

-

6.556

-

873.806

Materiële vaste activa

525.571.393

-

525.571.393

57.097.305

10.184.154

18.108.651

509.336

24.812.831

-300.381

529.354.107

Gronden en terreinen (ecxl. erfpachtgronden)

63.451.284

-

63.451.284

-

337.138

-

185.000

-

62.929.146

Voorziening waardevermindering voorraad gronden

-5.034.456

-

-5.034.456

-

-

-

-

-3.000

-5.031.456

Erfpachtgronden

50.155.445

-

50.155.445

-

-

-

-

-

50.155.445

Strategische grondverwerving

35.926.085

-

35.926.085

-

-

-

-

-

35.926.085

Gronden en terreinen
(opbouw met afs)

14.309.669

-

14.309.669

572.507

-

1.022.515

266.715

-

-

13.592.946

Woonruimten

234.481

-

234.481

-

-

14.577

-

-

219.904

Bedrijfsgebouwen

248.229.623

-

248.229.623

9.396.705

2.096.581

8.858.284

201.784

1.864.992

-

244.604.687

Voorziening  waarde vermindering  MVA (excl. voorziening waardevermindering vrd gronden)

-9.954.564

-

-9.954.564

-

-

-

-

-297.381

-9.657.183

Grond-, weg-, waterbouwkundige werken 1

73.897.437

-

73.897.437

12.134.348

-

1.542.663

11.852.983

-

72.636.140

Investeringen  in  openbare ruimte met een maatschappelijk nut

573.677

-

573.677

20.923.859

-

51.435

10.617.556

-

10.828.544

Vervoermiddelen

1.403.208

-

1.403.208

250.221

-

188.495

-

-

1.464.933

Machines, apparaten en installaties

52.317.821

-

52.317.821

12.692.141

7.750.435

6.421.143

40.837

212.463

-

50.585.085

Investeringen  in  machines, apparaten en installaties met een maatschappelijk nut

-

-

-

1.097.261

-

-

79.837

-

1.017.424

Overige materiële vaste activa

61.683

-

61.683

30.263

-

9.539

-

-

82.407

Financiële vaste activa

47.690.752

-

47.690.752

1.731.053

-

3.558.886

-

-

-

45.862.919

Kapitaalverstrekking aan deelnemingen

7.908.601

-

7.908.601

210.000

-

-

-

-

8.118.601

Leningen aan woningbouwcorporaties

23.282.448

-

23.282.448

-

-

2.818.726

-

-

20.463.722

Overige langlopende leningen 2

16.458.593

-

16.458.593

1.521.053

-

724.050

-

-

17.255.596

Overige uitzettingen

16.110

-

16.110

-

-

16.110

-

-

-

Betaalde waarborgsommen

25.000

-

25.000

-

-

-

-

-

25.000

1 Materiële vaste activa in economisch nut waarvoor ten bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven.
2 Voor de afdekking van het risico met betrekking tot de verstrekte leningen aan derden was een voorziening gevormd (saldo per 31-12-2016 € 1,3 miljoen). In 2017 is dit saldo overgeheveld naar de reserve risico’s garanties geldleningen.

Stille reserves
De kunstvoorwerpen van het Van Abbemuseum met een cultuurhistorische waarde zijn niet in de balans opgenomen (de verzekerde waarde per 31 december 2017, inclusief bruiklenen, bedraagt circa € 151,5 miljoen). Tevens is sprake van een stille reserve (opbrengstwaarde is hoger dan de boekwaarde) met betrekking tot niet bedrijfsgebonden activa (zoals woningen en diverse overige eigendommen) van € 10,5 miljoen.

Investeringen
De investeringen in de vaste activa in 2017 bedragen per saldo € 68,3 miljoen.

Dit bedrag wordt gevormd door een groot aantal mutaties van welke hierna een beperkte opsomming volgt.

  • Bedrijfsgebouwen (scholen): Avignonlaan (€ 4,8 miljoen), Dirk Boutslaan 25 (€ 2,8 miljoen).
  • Bedrijfsgebouwen (overig): Frankrijkstraat 79 (€ 2,2 miljoen), Stadhuistoren (€ 2,7 miljoen).
  • Machines, apparaten en installaties: servers (€ 1,4 miljoen), Stadhuisplein 2 (€ 5,8 miljoen), Stadhuistoren (1,3 miljoen).
  • Grond-, weg- en waterbouw: rioleringen (€ 12 miljoen).
  • Infrastructuur: Challenge variant (€ 4,6 miljoen), Wegen (€ 5,8 miljoen).
  • Groen: Roadmap licht (€ 1,5 miljoen), overige investeringen groen ( € 6 miljoen).  

Vanaf 1 januari 2017 zijn we verplicht de investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut te activeren. Van 86 bestaande projecten in de projectadministratie zijn de restantbudgetten (€ 25,,4 miljoen netto) per 1 januari omgezet naar activa. De uitgaven en inkomsten tot en met 2016 (in totaal € 49,9 miljoen netto) zijn niet geactiveerd.

Kapitaalverstrekking aan derden

Hieronder wordt een overzicht gegeven van de aandelen in gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen:

(bedragen in euro’s)

Boekwaarde
31-12-16

Boekwaarde
31-12-17

Verschil

Omvang
Deelneming

Totaal deelnemingen

7.908.601

8.118.601

210.000

Specificatie

Muziekgebouw Eindhoven N.V.

45.378

45.378

0

100 %

Af> voorziening Afwaardering Muziekgebouw*)

-45.378

-45.378

0

Parktheater Eindhoven N.V.

45.378

45.378

0

100 %

Meerderheidsdeelneming  in nom kapitaal

45.378

45.378

0

Enexis Holding N.V. (voorheen Essent)

11.345

11.345

0

0,02 %

Eindhoven Airport N.V.

555.881

555.881

0

24,5 %

Twice Eindhoven B.V.

112.500

112.500

0

20,0 %

N.V. Brainport Development

6.843

6.843

0

14,52 %

BNG N.V.

429.000

429.000

0

0,30 %

Park Strijp C.V.**)

800.000

1.000.000

200.000

50,0 %

Park Strijp  Beheer B.V.**)

0

10.000

10.000

50,0 %

Breedband Regio Eindhoven B.V.

1.278.615

1.278.615

0

30,7 %

Minderheidsdeelneming in nom kapitaal

3.194.184

3.404.184

210.000

Flight Forum BV/CV (035-09-13)

4.669.039

4.669.039

0

50,9 %

*) Vanwege de financiële positie van het Muziekgebouw is het aandelenpakket van het Muziekgebouw afgewaardeerd tot op nihil.

**) De deelneming in Strijp S CV en Strijp S beheer BV is in 2015 tijdelijk afgewaardeerd omdat de waarde van het eigen vermogen lager was dan de ingebrachte waarde door de aandeelhouders. De cijfers van de jaarrekeningen 2016 van Park Strijp BV en Park Strijp CV laten zien dat het eigen vermogen van beide entiteiten weer van een zodanig niveau is dat de deelnemingen weer kunnen worden opgewaardeerd naar het oorspronkelijke niveau

Leningen aan woningbouwcorporaties
Van de aan woningbouwcorporaties verstrekte leningen (€ 20,5 miljoen) is ca.40 % ondergebracht bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Het WSW staat garant indien een woningbouwcorporatie in gebreke blijft met betrekking tot rente- en aflossingsverplichtingen.

Overige langlopende leningen
De grootste langlopende lening betreft een lening van € 11,9 miljoen aan Park Strijp CV.
Aan het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting is de uitvoering uitbesteed voor activiteiten waarbij de gemeente Eindhoven leningen (€ 4,4 miljoen) verstrekt ten behoeve van onder andere starters op de woningmarkt en duurzaamheid (energie beperkende maatregelen).

Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van langer dan één jaar.
In 2017 is de belegging ter dekking van uit te keren subsidies volledig vrijgevallen.

Vlottende activa

Voorraden

Grondslag voor waardering
Voorradenworden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met eventuele voorzieningen voor incourant en verlieslatende projecten. Indien de marktwaarde lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs dient de marktwaarde als waardering te worden gebruikt (ook onder vermindering van eventuele voorzieningen voor incourant). Lopende grondexploitaties worden op de balans opgenomen als onderhanden werk.

Onderhanden werk

De balanspost ‘Onderhanden werk’ heeft per ultimo 2017 een saldo van € 97,5 miljoen voor aftrek voorziening verliesgevende exploitaties van € 4,9 miljoen. Binnen deze post zijn onder andere begrepen de in exploitatie genomen gronden. De boekwaarde hiervan bedroeg ultimo 2016 € 109,1 miljoen. Deze balanspost betreft de grondexploitaties waarbij de gemeente de in bezit zijnde grond en (eventueel) aanwezige opstallen omvormt naar bouwrijpe grond, met als oogmerk (opnieuw) te worden bebouwd.

Ultimo 2017 was de boekwaarde van deze grondexploitaties € 95,9 miljoen (dit voor aftrek van voorziening verliesgevende planexploitaties) en is in totaal met € 11,2 miljoen afgenomen. Dit wordt veroorzaakt doordat bij diverse grondexploitaties de boekwaarde van de in eerdere jaren gemaakte kosten (bijvoorbeeld voor bouw- en woonrijp maken van de grond) is afgenomen door het realiseren van opbrengsten door verkoop van kavels en overige grondverkopen.

Ook dit jaar zijn de prospecties van de grondexploitaties herijkt. De verwachte eindwaarde van de grondexploitaties bedraagt circa € 31 miljoen en de verwachte netto contante waarde circa € 27 miljoen. In de prospecties (toekomstige opbrengsten) zijn een aantal verliesgevende exploitaties naar voren gekomen. Hiervoor is een voorziening gevormd. De voorziening verliesgevende grondexploitaties (stand per 31-12-2017 € 4,9 miljoen) wordt in mindering gebracht op de boekwaarde. De voorziening is contant gemaakt met de verwachte rentevoet. De voorziening zal in de komende jaren jaarlijks met de rentecomponent verhoogd worden om aan het einde van de looptijd het verwachte verlies te kunnen afdekken.

De resultaten die uiteindelijk werkelijk worden behaald, worden beïnvloed door vele factoren, waaronder conjunctuur, marktontwikkelingen en overheidsbeleid. Om eventuele risico’s in dit kader te kunnen opvangen is bij de herijking een berekening gemaakt van de benodigde weerstandscapaciteit. Hierbij zijn de specifieke projectrisico’s en marktrisico’s benoemd en gekwantificeerd. Bij de marktrisico’s is daarbij rekening gehouden met mogelijke rentestijging, opbrengstdaling en vertraging. Het totale weerstandsvermogen van de gemeente is voldoende om de ingeschatte benodigde weerstandscapaciteit van € 19,3 miljoen op te kunnen vangen (zie paragraaf weerstandsvermogen).

Tussentijds winstnemen
In overeenstemming met BBV-regelgeving  wordt winst uit grondexploitaties worden genomen als:

  1. Het resultaat op de grondexploitatie betrouwbaar kan worden ingeschat, én
  2. De grond (of een deelperceel) is verkocht, én
  3. Kosten zijn gerealiseerd.

Voor de grondexploitaties die aan deze drie voorwaarden voldoen wordt winst worden genomen gebaseerd op het verwachte eindsaldo waarop een reservering voor onzekerheden/risico’s in mindering is gebracht en de POC (Percentage of Completion). Hiervoor is onderstaande formule gehanteerd:
(gerealiseerde kosten / totale kosten) x (gerealiseerde opbrengsten / totale opbrengsten) = % POC
(geraamd eindsaldo – risicoreservering) x % POC = bedrag tussentijds winst nemen

De totale winstneming exclusief de hieronder toegelichte risicoreservering bedraagt € 23,1 miljoen. Na aftrek van de risicoreservering van € 4,3 miljoen is er € 18,8 miljoen aan winst genomen.

Risicoreservering
In overeenstemming met de richtlijnen van de commissie BBV is bij de bepaling van de tussentijdse winstneming rekening gehouden met de risico’s die specifiek te relateren zijn aan de nog te realiseren kosten en nog te verwachten opbrengsten van de individuele grondexploitaties.

Wij hebben gebruik gemaakt van deze bepaling met betrekking tot tussentijds winstnemen en hebben in dit kader de volgende risicoreservering toegepast:

Risicoreservering Meerhoven         € 3.317.748
Risicoreservering Stationskwartier         €    709.944
Risicoreservering overige projecten         €    307.810
TOTAAL                  € 4.335.502

Deze risicoreservering heeft betrekking op de volgende risico’s:

  • Apparaatskosten: Er is sprake van een verhoogde onzekerheid ten aazien van het inschatten van de apparaatskosten bij langlopende projecten.
  • Extra kosten: additionele onzekerheden ten aanzien van de inschatting van extra kosten bijvoorbeeld als gevolg van archeologie, explosieven, kabels en leidingen, ontruimingsprocedure, geluid of planschade
  • Contractrisico: voor de verkoop van kavels is in veel gevallen al een koopovereenkomst met een derde partij  gesloten. In sommige gevallen is sprake van specifieke risico’s ten aanzien van het contract, bijvoorbeeld een lopende juridische procedure, contractovername of faillissement.

Door het bij de bepaling van de tussentijdse winstneming rekening te houden met deze risico’s is circa € 4,3 miljoen minder tussentijds winstgenomen in de grondexploitaties

Richttermijn maximale looptijd grondexploitaties 10 jaar

De commissie BBV heeft de richttermijn voor de maximale looptijd van grondexploitaties gesteld op 10 jaar. Hiervan kan gemotiveerd worden afgeweken. Een gemotiveerde afwijking houdt in dat deze motivatie is geautoriseerd door de raad en verantwoord in de begroting en de jaarstukken. De motivatie moet tevens zijn voorzien van risico-beperkende beheersmaatregelen die de gemeente heeft genomen om de onzekerheden en risico’s die gepaard gaan met de langere looptijd te mitigeren.

De grondexploitatie Meerhoven (t/m 2030) heeft een looptijd langer dan 10 jaar. De raad heeft besloten om voor deze grondexploitatie gemotiveerd af te wijken van de richttermijn omdat voldoende risicobeperkende maatregelen zijn genomen die de onzekerheden en risico's gepaard gaande met de langere looptijd te mitigeren.
Voor verdere informatie over de grondexploitaties wordt verwezen naar de paragraaf Grondbeleid.

Gereed product en handelsgoederen
De handelsportefeuille is met € 0,4 miljoen afgenomen voornamelijk door de afwaardering van enkele garageboxen.
Voor verdere informatie over de voorraden wordt verwezen naar de paragraaf Grondbeleid.

Uitzettingen met een rentetypische looptijd van korter dan één jaar

Grondslag voor waardering
Uitzettingen worden onder aftrek van eventuele statisch bepaalde voorzieningen voor oninbaarheid (dubieuze debiteren) gewaardeerd tegen de nominale waarde

  • Vorderingen op openbare lichamen
    De vordering heeft voornamelijk betrekking op de met de fiscus te verrekenen BTW (waaronder de vordering op het landelijk BTW-compensatiefonds van € 33,2 miljoen).

Daarnaast staat er  nog voor een bedrag van ongeveer € 8 miljoen open op  het rijk,  provincie, gemeentes en andere overheidsinstellingen.

  • Overige vorderingen
    Eind 2017 was de stand van de overige vorderingen € 44,8 miljoen. Dit is opgebouwd uit 3 soorten vorderingen, namelijk cliëntdebiteuren, belastingdebiteuren en overige debiteuren (zie ook onderstaande tabel). Inzake deze vorderingen is de inschatting dat niet alle bedragen ontvangen zullen worden.

Daarvoor is een voorziening dubieuze debiteuren opgenomen van € 12,9 miljoen. Dit resulteert in een netto bedrag van € 31,9 miljoen. De vorderingen op cliëntdebiteuren is opgebouwd uit diverse soorten regelingen, zoals bijstandsvorderingen, geldleningen, voorschotten en boetes. De aflossing is vaak verspreid over vele jaren vanwege de lage inkomens. De voorziening voor cliëntdebiteuren wordt berekend op basis van wel of geen aflossingsverplichting, lopende aflossingen en percentages per status van de vordering.
Door ondernomen acties is de oninbaarheid van debiteuren gedaald, wat tot uitdrukking komt in een lagere voorziening dubieuze debiteuren.
De vorderingen op de belastingdebiteuren zijn opgebouwd uit openstaande belastingaanslagen voor gemeentelijke belastingen. Alle vorderingen worden nauwgezet gevolgd en grotendeels via de eigen belastingdeurwaarders geïnd. Voor de belastingdebiteuren is vanuit het verleden geen voorziening opgesteld. De oninbare vorderingen worden jaarlijks rechtstreeks ten laste van de exploitatie gebracht.
De overige debiteuren bestaan uit vorderingen op basis van verhuur woningen of accommodaties, leges, vergunningen, grondverkopen, enz. Alle vorderingen worden permanent gevolgd en waar nodig doorgezet naar een gerechtsdeurwaarder of de eigen belastingdeurwaarder. Voor de overige vorderingen wordt jaarlijks een berekening opgesteld waarbij diverse groepen van vorderingen individueel worden ingeschat en aan de rest percentages zijn gekoppeld op basis van de ouderdom van de vordering.
Ook hiervoor is een voorziening gevormd voor oninbare bedragen.

                       (bedragen x € 1 miljoen)

31-12-16

31-12-17

Totaal debiteuren

Voorziening

Te ontvangen

Totaal debiteuren

Voorziening

Te ontvangen

Totaal

44,9

17,0

27,9

44,8

12,9

31,9

Clientdebiteuren

21,4

11,0

10,4

21,5

11,3

10,2

Belastingdebiteuren

6,9

-

6,9

5,5

-

5,5

Overige debiteuren

16,6

6,0

10,6

17,8

1,6

16,2

Liquide middelen

Grondslag voor waardering
Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

(bedragen x € 1.000)

31-12-16

31-12-17

B12

Totaal liquide middelen

109

4.450

Kassen

89

65

Bankrekeningen

-

4.361

Kruisposten

20

24

Banksaldi per 31 december 2016 is terug te vinden aan de passivazijde bij de netto vlottende schulden.

Schatkistbankieren
Eind 2013 is verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden ingevoerd. Eindhoven heeft geen structurele tegoeden. Mocht een tijdelijk kasoverschot gemiddeld over een kwartaal boven de norm (€ 4,39 miljoen voor Eindhoven in 2017) uitkomen, moet dit afgestort worden bij de Staat. In 2017 is het saldo op de bankrekeningen onder de norm gebleven dankzij strakke sturing op de liquiditeitspositie.

(bedragen x  € 1 miljoen)

Schatkistbankieren

kw1

kw2

kw3

kw4

Limiet (drempelbedrag)

4,39

4,39

4,39

4,39

Gemiddeld saldo op bankrekeningen gedurende het kwartaal

4,35

4,35

4,09

3,99

Overlopende activa

Specificatie per balansrekening - Overlopende activa

Grondslag voor waardering
Overlopende activa worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

(bedragen x € 1.000)

31-12-16

31-12-17

B21

Totaal overlopende activa

19.565

22.583

De voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel, nog te ontvangen:

6.631

4.635

  • Europese overheidslichamen

-

512

  • Rijk

2.469

428

  • Overige Nederlandse overheidslichamen

4.162

3.695

Overige nog te ontvangen bedragen

8.092

8.584

Vooruitbetaalde bedragen

4.842

9.364

Het saldo van de voorschotbedragen inzake publiekrechtelijke lichamen ultimo 2017 heeft voornamelijk betrekking op bijdragen van gemeenten.
Hierna volgt het verloopoverzicht inzake het jaar 2017.

Verloopoverzicht voorschotbedragen publiekrechtelijke lichamen

(bedragen in euro’s)

Het saldo
 aan het begin van het begrotingsjaar 2017

Toevoegingen

Ontvangen bedragen

Het saldo
 aan het
einde van het begrotingsjaar
2017

Totaal

6.630.790

4.635.037

6.630.790

4.635.037

Europese overheidslichamen

   Europese commissie deelname project SPEA

-

512.000

                   -               

512.000

Rijk

   Belastingdienst inhuur en reintegratietrajecten

63.915

-

63.915

-

   Belastingdienst energiebelasting

-

34.000

-

34.000

   Ministerie I & M geluidswering

312.306

-

312.306

-

   Ministerie SZW BBZ

-

119.700

-

119.700

   Ministerie VROM SISA E3

919.435

50.156

919.435

50.156

   Rijksdienst voor ondernemend Nederland
   (RVO)  subsidie Biomassacentrale

1.173.695

223.852

1.173.695

223.852

Overige Nederlandse overheidslichamen

   Gemeenten Jeugd DVO

511.963

406.240

511.963

406.240

   Gemeenten Jeugdzorgplus

3.553.811

3.278.370

3.553.811

3.278.370

   Gemeente Veldhoven HECS

10.000

-

10.000

-

   MRE backbone/breedbandnetwerk

23.165

-

23.165

-

   Provincie NBr Holland Expat Center South

62.500

-

62.500

-

   Overige te ontvangen publiekrechtelijk

-

10.719

-

10.719

De grootste posten bij de overige nog te ontvangen bedragen betreffen gemeentelijke belastingen (€ 3,9 miljoen) en Biomassacentrales (€ 0.8 miljoen). Bij de vooruitbetaalde bedragen zijn dat de rente op de erfpachtconstructie met PSV (€ 0,9 miljoen) en de betalingen aan crediteuren die per begin 2018 als dusdanig zijn gerubriceerd
(€ 6,3 miljoen).

Vaste passiva

Specificatie per balansrekening – Vaste Passiva

Eigen vermogen/reserves

Grondslag voor waardering
Eigen vermogen wordt gewaardeerd tegen de nominale waarde.

(bedragen x € 1.000)

31-12-16

31-12-17

B04  Totaal eigen vermogen

184.781

178.462

         Reserves Totaal

204.422

181.214

         Algemene reserves

97.233

71.213

         Diverse overige bestemmingsreserves

107.189

110.001

         Reserves ten behoeve van investeringen/afdekken kapitaallasten  

                -

-

         Gerealiseerd resultaat

-19.641

-2.753

De stand van de reserves is in 2017 met € 23,2 miljoen afgenomen tot een bedrag van € 181,2 miljoen.
In de staat van reserves (zie de bijlagen) is een volledig overzicht van de mutaties in de reserves en een bijbehorende toelichting opgenomen. Onderstaand zijn de reserves genoemd waarbinnen mutaties hebben plaatsgevonden groter dan € 5 miljoen.

(bedragen x € 1 miljoen)

Omschrijving

mutatie 2017
-/- = onttrekking
+ = storting

Reserve Eigen Kapitaal
Conform primaire begroting wordt € 11,6 miljoen onttrokken en € 2,3 miljoen gestort.
Uit het eigen kapitaal is het rekeningresultaat 2016 ad € 19,6 miljoen onttrokken.  
Er vindt een overboeking plaats ad € 6,1 miljoen naar de Saldireserve Specifiek.  Verder worden vanuit diverse reserves stortingen ad € 8,8 miljoen in het Eigen Kapitaal gedaan. Het betreft onder andere € 2,3 miljoen uit Saldireserve Specifiek,
€ 1,5 miljoen reserve Biomassacentrale Strijp T, € 2,9 miljoen parkeerfonds,
 € 1,2 miljoen reserve Explosieven en € 0,9 miljoen uit diverse andere reserves. Verder wordt een restantbudget van BMC Strijp T ad  € 0,2 miljoen gestort.

        -/- 26,0

Reserve maatschappelijk nut in ontwikkeling
Uit de reserve maatschappelijk nut in ontwikkeling worden onttrekkingen gedaan ten behoeve van diverse projecten in de openbare ruimte ad € 10,6 miljoen. Verder vinden onttrekkingen plaats ten gunste van andere reserves waarvan  € 0,7 miljoen naar de reserve groot onderhoud,€ 0,1 miljoen naar diverse andere reserves en € 11,8 miljoen naar de reserve financieringsfonds MIP. De storting in de reserve financieringsfonds MIP is het gevolg van de stelselwijziging activeren investeringen maatschappelijk nut. Hierdoor zijn de projectuitgaven en-inkomsten tot en met 2016 nog verwerkt via de reserve Maatschappelijk nut in ontwikkeling. Vanaf 2017 worden de restantbudgetten op de balans geactiveerd en de kapitaallasten gedekt uit de reserve financieringsfonds MIP. Vanuit de reserve MIP wordt € 1,8 miljoen gestort  en uit diverse andere reserves komt € 0,5 miljoen. Verder vinden  stortingen in de reserve plaats ad  € 6,9 miljoen voor (in 2017 gestarte) projecten in de openbare ruimte met maatschappelijk nut die niet worden geactiveerd (onderhoudsprojecten).

-/- 14,0

Reserve financieringsfonds MIP
Uit de reserve MIP worden onttrekkingen gedaan ter dekking van projecten ad € 8,7 miljoen. In dit bedrag zit een onttrekking ad € 6,9 miljoen. Door het activeren van investeringen met maatschappelijk nut ontstaat incidentele ruimte die wordt ingezet om knelpunten op te lossen.  Ten behoeve van de reserve MNIO wordt € 1,8 miljoen onttrokken en voor de reserve voorbereidingskrediet € 0,5 miljoen onttrokken. Het laatste is besloten bij de stelselwijziging activeren maatschappelijk nut. Er is toen besloten een aparte reserve voorbereidingskrediet te vormen en hierin jaarlijks vanuit de reserve financieringsfonds MIP € 0,5 miljoen te storten.
In de reserve MIP worden stortingen gedaan vanuit de reserve MNIO
€ 11,8 miljoen en uit de reserve IWV € 9,8 miljoen. Beide stortingen zijn gedaan ter dekking van de structurele kapitaallasten als gevolg van het activeren van investeringen maatschappelijk nut. Zie ook de toelichting bij de reserve Maatschappelijk nut in ontwikkeling.  Verder vinden  stortingen in de reserve plaats voor de diverse projecten ad € 8,1 miljoen.

+ 18,6

Reserve integrale wijkvernieuwing
Uit de reserve IWV wordt € 9,8 miljoen gestort naar de reserve MIP.

-/- 9,8

Reserve groot onderhoud
De voorziening groot onderhoud is omgezet naar de reserve groot onderhoud. Als gevolg hiervan wordt een bedrag ad € 5,4 miljoen in de reserve gestort.  
Verder wordt een accres in de reserve gestort ad € 5,5 miljoen.
Een storting ad € 0,7 miljoen  vind plaats uit de reserve MNIO en wordt
€ 3,0 miljoen ingezet op projecten.

+ 8,6

Voorzieningen

Grondslag voor waardering
Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

(bedragen x € 1.000)

31-12-16

31-12-17

B05        Totaal voorzieningen

56.445

58.766

               Overige voorzieningen

56.445

58.669

               Onderhoudsvoorzieningen

22.202

20.693

               Risicovoorzieningen

5.886

2.386

               Overige voorzieningen

4.985

13.805

               Vervangingsvoorzieningen

23.372

21.785

               Onderwijsvoorzieningen

-

97

Het saldo van de voorzieningen is in 2017 met € 2,3 miljoen toegenomen. Dit komt mede door het instellen van een aantal nieuwe voorzieningen waar stortingen in plaats vinden. Het betreft onder andere de voorziening fysieke basisinfrastructuur €1,5 miljoen, voorziening sociaal plan medewerkers ijsbaan € 1,3 miljoen, voorziening wachtgeld bestuurders € 1,25 miljoen, voorziening claims en juridische geschillen € 2,5 miljoen en de voorziening overige WW-ers € 0,4 miljoen. In de staat van voorzieningen (zie bijlage) is een volledig overzicht van de mutaties in de voorzieningen en een bijbehorende toelichting opgenomen. Onderstaand zijn de voorzieningen genoemd waarbinnen mutaties hebben plaatsgevonden groter dan € 5 miljoen.

(bedragen x € 1 miljoen)

Omschrijving

mutatie 2017
-/-=onttrekking
+ = storting

Voorziening riolen
Een storting in de voorziening riolen van € 8,7 miljoen is conform de begroting.
Een onttrekking van € 10,3 miljoen is voor de vervangingsinvesteringen in het kader
van het GRP.

-/- 1,6

Ten aanzien van de voorziening claims en geschillen merken wij op dat deze voorziening toeziet op lopende claims en geschillen met externen. De hoogte van de voorziening betreft de beste inschatting op basis van de thans beschikbare informatie. Deze inschatting is mede afhankelijk van de daadwerkelijke uitkomsten van juridische uitspraak  of nadere afspraken en kan in de toekomst afwijken van het opgenomen bedrag.

Vaste schulden

Grondslag voor waardering
Vaste schuldenworden gewaardeerd tegen de oorspronkelijke hoofdsom, verminderd met de gedane aflossingen.

Het saldo van de vaste schulden per 31 december 2017 bedraagt € 436 miljoen. In 2017 is per saldo voor
€ 0,8 miljoen aan nieuwe leningen opgenomen. De rentelasten van de vaste schulden bedragen € 8,9 miljoen voor het jaar 2017. Hierna volgt het gespecificeerde overzicht onderverdeeld naar opgenomen langlopende geldleningen, door derden belegde reserves en ontvangen waarborgsommen.

Verloopoverzicht vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer

(bedragen in euro’s)

Restantbedrag
per 01/01/17

Vermeerdering
in 2017

Aflossing in
2017

Restantbedrag
per 31/12/17

B06       Totaal vaste schulden met
             een rentetypische looptijd
             van één jaar of langer

435.188.581

57.410.466

56.596.306

436.002.741

              Totaal onderhandse leningen

434.542.448

57.400.000

56.562.726

435.379.722

              OL van binnenlandse
              pensioenfondsen en
              verzekeringsinstellingen

1.104.469

-

349.693

754.776

OL van binnenlandse banken         en overige financiële instellingen

353.377.979

57.400.000

44.753.033

366.024.946

              OL van openbare lichamen

31.460.000

-

11.460.000

20.000.000

OL van buitenlandse instellingen, fondsen , banken, bedrijven en overige sectoren

48.600.000

-

-

48.600.000

              Totaal door derden
              belegde gelden

-

-

              Door derden belegde gelden

-

-

Totaal ontvangen              waarborgsommen van derden

630.023

10.466

17.470

623.019

Ontvangen  waarborgsommen van derden                    

630.023

10.466

17.470

623.019

Totaal overige vaste schulden

16.110

-

16.110

-

              Overige vaste schulden

16.110

-

16.110

-

Vlottende passiva

Specificatie per balansrekening –Vlottende Passiva

Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

Grondslag voor waardering
De netto-vlottende schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

(bedragen x € 1.000)

31-12-16

31-12-17

B13

Totaal netto-vlottende schulden

119.066

126.713

Kasgeldleningen aangegaan bij openbare lichamen

12.000

26.000

Overige kasgeldleningen

50.000

44.000

Banksaldi

3.350

-

Afdrachtposten

12.220

13.437

Overige schulden

41.496

43.276

Banksaldi per 31 december 2017 zijn terug te vinden aan de activazijde bij de liquide middelen.

Overlopende passiva

Grondslag voor waardering
De overlopende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

      (bedragen x € 1.000)

31-12-16

31-12-17

B22

Totaal overlopende passiva

91.791

95.174

Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen.

49.659

52.554

De voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, ontvangen van:

38.066

40.758

  • Europese overheidslichamen

40

591

  • Rijk

35.892

23.370

  • Overige Nederlandse overheidslichamen

2.134

16.797

Overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen.  

4.066

1.862

De grootste posten bij de verplichtingen betreffen verplichtingen in het kader van de zorg (€ 30 miljoen) en nog te betalen rente op leningen (€ 3,5 miljoen).
De in de balans opgenomen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel worden als volgt gespecificeerd.

(bedragen in euro’s)

Het saldo
 aan het
 begin van het begrotingsjaar 2017

Ontvangen bedragen

Vrijgevallen bedragen/ terugbetalingen

Het saldo
 aan het
 einde van het begrotingsjaar 2017

Totaal

38.065.736

23.730.473

21.038.407

40.757.802

Rijk/Provincie afwikkeling projecten MNIO 2013

     Fietsbrug Kennedylaan

445.989       

-446.829

-840

-

     Black Spot Montpellierlaan/Fransebaan

464.785

82.650

402.769

144.666

     Geluidsbelastingkaarten

107.815

-

107.815

-

     Geluidssaneringschermen

 581.959

-

11.127

570.832

     Landschapsontwerp Dommeldal / De Hogt

910.614

-

39.781

870.833

     Ombouw bestaand tracé naar slowlane norm

129.320

365.000

25.171

469.149

     Plan van aanpak luchtkwaliteit

3.045.489

-

3.045.489

-

     Herinrichting Vestdijk

-

3.173.514

960.860

2.212.654

Rijk/Provincie afwikkeling projecten MNIO 2015

     2e HOV lijn nog niet besloten

827.633

9.639.082

5.133.682

5.333.033

Rijk/Provincie afwikkeling projecten MNIO 2016

     Fietspad Bilderdijklaan

152.182

159.576

311.758

-

     ESF J 2014-2015

837.535

288.553

132.788

993.300

     Maatregelen ov-concessie

899.817

175.720

1.075.537

-

Europa

     UNalab

   -             

690.780

99.509

591.271

     Zero Energy sportfacilities

39.765

-

39.765

-

Rijk

     Min I&M Noordelijke aansluiting A2

12.324.966

-

2.172.034

10.152.932

     Min I&M Noord-Zuid corridor

768.651

871.968

768.651

871.968

     Min I&M West corridor

-

144.800

-

144.800

     Min EZ Slowlane noordelijke schakels

-

1.297.829

10.774

1.287.055

     Min OCW Regionale Meld- en Coördinatiecentra

335.040

1.281.636

1.458.021

158.655

     Min V&J Donkere dagen  offensief

62.497

-

62.497

-

     Min BZ regio Oost Brabant

38.141

-

38.141

-

     Min V&J ex-gedetineerden

42.923

-

42.923

-

     Min OCW Voortijdig schoolverlaten

791.123

-

428.570

362.553

     Min OCW subs educatiemiddelen

-

1.569.000

1.256.751

312.249

     Min SZW Expat Center South

50.000

-

50.000

-

Provincie Noord-Brabant

     Brainport Dev uitvp ZO Brabant 2017

-

400.000

117.000

283.000

     Regeling goedkope koopwoning

274.134

-

120.385

153.749

     Stil asfalt  Geldropseweg t.b.v. DAF

-

450.000

121.359

328.641

     VRI optimalisatie

-

39.380

-

39.380

     Kruispunt Koudenhovenseweg

-

32.000

-

32.000

     Fietsflat Neckerspoel

-

2.309.000

59.456

2.249.544

     Quick win Noordzijde station

-

487.152

254.315

232.837

     Lokaal Investeringsfonds Eindhoven

-

318.000

66.343

251.657

     Mobiliteitsmanagement

269.800

-

269.800

-

     Loket aangepast sporten regio

9.795

-

9.795

-

Gemeenten

     Bijdrage BSGE

4.221

29.935

31.442

2.714

     Netwerk DSO

25.571

-

25.571

-

Samenwerkingsverband Regio Eindhoven

     Breedband Stedelijk Gebied

956.097

-

956.097

-

     Groene Raamwerk

12.806.002

-

245.508

12.560.494

Metropool Regio Eindhoven

     Acquisitie bedrijven

267.000

-

267.000

-

Overige vooruit ontvangen publiekrechtelijk

596.872

371.727

820.763

147.836

De grootste post bij de overige vooruitontvangen bedragen betreft  de rente inzake de erfpachtconstructie met PSV voor een bedrag van € 1,1 miljoen.

Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Hierna wordt inzicht gegeven in de financiële verplichtingen (afname/volume) waartoe de gemeente zich in 2017 of eerder heeft verbonden, welke doorlopen naar 2018 of later, groter zijn dan € 0,5 miljoen en niet op een andere wijze als schuld of voorziening in de balans zijn opgenomen.

Gewaarborgde geldleningen
De gemeente Eindhoven staat garant voor diverse instellingen voor de terugbetaling van door hen geleende gelden bij geldgevers. In de groep ‘Sport’ (zie specificatie) wordt een contragarantie gegeven door de Stichting Waarborgfonds Sport.
Hieronder volgt een overzicht van de geldleningen naar diverse groepen. Voor een verdere specificatie van de gewaarborgde geldleningen wordt verwezen naar de staat van borg-  en garantstellingen in de bijlagen.

(bedragen x € 1.000)

Restant per
31-12-16

Restant per
31-12-17

Mutatie 2017

Totaal borgstellingen

17.851

16.561

-1290

Woningbouwgaranties gemeente

3.604

3.120

-484

Gezondheidszorg

5.484

5.126

-358

Cultuur

6.291

5.967

-324

Sport

1.343

1.257

-86

Welzijn

937

925

-12

Overige gewaarborgde geldleningengaranties

192

166

-26

Voor de afdekking van het risico met betrekking tot de gewaarborgde geldleningen is een reserve gevormd. De hoogte van deze reserve ultimo 2017 is € 2,4 miljoen.  

Stichting Waarborgfonds Eigen Woning (Nationale Hypotheek Garantie)
Op 10 oktober 1993 is de gemeente een overeenkomst aangegaan om tot zekerheid voor de nakoming van de betalingsverplichtingen van de stichting jegens geldgevers achtergestelde, renteloze leningen aan de stichting te verstrekken..
In het 4e kwartaalbericht 2017 van het NHG van januari 2017 is gebleken dat het garantievermogen van het waarborgfonds in 2017 is gestegen naar € 1,1 miljard als gevolg van het toegenomen aantal nieuwe garanties en een daling van het aantal verliesdeclaraties.
In de Liquiditeitsprognose 2017-2022 is dan ook de verwachting dat er geen aanspraak zal worden gemaakt op de achtervangfunctie van het Rijk en de gemeenten. Deze achtervangfunctie geldt alleen voor tot 1 januari 2011 afgegeven hypotheekgaranties. Vanaf deze datum staat het Rijk voor 100 % garant.
Factoren waar de prognose rekening mee houdt zijn de gunstige conjuncturele omstandigheden en een woningprijsstijging van circa 3 procent in 2018, lichtelijke dalende in jaren daarna.
De gemeente Eindhoven heeft nog 7.747 garanties uit heeft staan in de achtervang (t/m 2010) voor een totaal bedrag van €1,267 miljard.

Verlofaanspraken
Per 31 december 2017 is over 2018 en verdere jaren voor € 6,3 miljoen aan op te nemen verlofaanspraken opgebouwd.

Onderhanden claims
Gemeente Eindhoven heeft een aantal claims ontvangen welke onderhanden zijn. De financiële uitkomsten hiervan zijn niet bekend noch in te schatten en kunnen derhalve niet verwerkt worden in de jaarrekening.
Conform richtlijnen zijn deze wel nader toegelicht in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing zoals opgenomen in het jaarverslag.

Overige financiële verplichtingen:

  • Langlopende huurverplichtingen in verband met gebouwen (onder andere Muziekcentrum, Pop Ei, Stadskantoor) voor 2018 € 4,7 miljoen, voor 2019 en 2020 getotaliseerd € 7,1 miljoen en € 27,7 miljoen voor de daarna volgende jaren;
  • Meerjarige lease- en huurcontracten (zoals lease printers en programmatuur) bedragen voor 2018 tot en met 2020 € 0,7 miljoen;
  • Jaaroverschrijdende inhuurverplichtingen € 11,9 miljoen.
  • Meerjarige verplichtingen die voortvloeien uit aanbestedingen € 162,9 miljoen (onder andere verduurzamen gemeentegebouwen en behoud en vergroting profiel ‘Eindhoven Lichtstad’)
  • De gemeente heeft met het schoolbestuur (ISE) een leveringsovereenkomst afgesloten.

In de leveringsovereenkomst worden de afspraken tussen gemeente en school over samenwerking
gedurende de aanbesteding, bekostiging van het project en de financiële risicoverdeling gedurende
de 30-jarige looptijd van het DBFMO-contract (Design Build Finance Maintain en Operate) vastgelegd.
Hierin is ook opgenomen dat de gemeente garant staat indien de school niet meer aan haar
verplichtingen kan voldoen.

Gebeurtenissen na balansdatum

Op 18 januari 2018 heeft een grote storm huisgehouden. Als gevolg hiervan zijn binnen Eindhoven bijna 400 bomen omgewaaid en diverse gebouwen beschadigd. De opruimwerkzaamheden van de omgewaaide bomen geeft een extra kostenpost van ca. € 500.000. Door schade aan gebouwen is er via de brandverzekering ca. € 108.000 geclaimd en via de aansprakelijkheidsverzekering is ca. € 2.000 aan schade toegekend. Totale impact van deze gebeurtenis komt hiermee op € 610.000 (Het eigen risico van de Gemeente bedraagt € 750.000). Voor de specificatie van de kosten/claims zie onderstaande link.

De Provincie heeft besloten dat de Gemeente Eindhoven en de Gemeente Nuenen moeten gaan fuseren. Hiervoor wordt nu een proces in gang gezet om dit te bewerkstelligen. Op dit moment is nog niet bekend wat de impact precies zal zijn, zowel financieel als organisatorisch, maar dat het impact zal hebben moge duidelijk zijn.

Op 19-2-2018 is definitief bekend gemaakt dat Brainport één van de zes belangrijke regio projecten is waarvoor extra geld wordt uitgetrokken. De regio ontvangt een bijdrage van € 130 miljoen op een totaal pakket van € 370 miljoen aan investeringen ten behoeve van het realiseren van een onderscheidend voorzieningenaanbod, het aantrekken en behouden van talent, en innovaties met maatschappelijke impact. Dit zal een extra impuls geven aan zowel de regio als aan Eindhoven zelf.

Vorige Het overzicht van baten en lasten en de toelichting Volgende WNT

Zoeken